OPDRACHT >> 1. Lees: “De Grondbeginselen van Ethiek”

DE GRONDBEGINSELEN VAN ETHIEK

Door de eeuwen heen heeft de Mens geworsteld met de begrippen goed en kwaad, ethiek en recht.

Het woordenboek definieert ethiek als “de studie aangaande de algemene aard van de zeden en van de specifieke zedelijke keuzes die door iemand gemaakt worden in zijn relatie met anderen”.

Hetzelfde woordenboek definieert rechtspleging als “naleving van zedelijke rechtvaardigheid, of van redelijkheid, waarheid of feitelijkheid”, of “de uitvoering van de wet”.

Zoals je kunt zien zijn deze termen met elkaar verward.

Sinds mensenheugenis hebben alle filosofieën zich met deze begrippen beziggehouden. Toch zijn ze er nooit uitgekomen.

Dat met Dianetics en Scientology deze zaak wel is opgelost, is een doorbraak van formaat. Eerst moest er duidelijkheid worden geschapen door deze begrippen van elkaar te scheiden. Daarna kon er voor elk van de twee een bruikbare technologie worden ontwikkeld.

Ethiek bestaat gewoonweg uit de maatregelen die iemand neemt ten opzichte van zichzelf. Het is iets persoonlijks. Wanneer iemand ethisch is of “zijn ethiek ‘in’ heeft”, is dat uit eigen beweging en wordt dat door hemzelf gedaan.

Rechtspleging bestaat uit de maatregelen die de groep neemt ten opzichte van het individu, wanneer het individu nalaat deze maatregelen zelf te nemen.

Geschiedenis

Deze begrippen vormen in feite de grondslag van alle filosofie. Wie echter de geschiedenis van de filosofie aan een onderzoek onderwerpt, zal duidelijk kunnen zien dat ze filosofen al heel lang voor een raadsel hebben gesteld.

De eerste Griekse volgelingen van Pythagoras (Grieks filosoof uit de zesde eeuw v.Chr.) probeerden hun wiskundige theorieën toe te passen op het gebied van menselijk gedrag en menselijke ethiek. Enige tijd later probeerde Socrates (Grieks filosoof en leraar, 470?–399 v.Chr.) het onderwerp onder de knie te krijgen. Hij toonde aan dat van al degenen die beweerden de mensen te kunnen laten zien hoe ze moesten leven, niemand in staat was om zijn opvattingen te verdedigen, of zelfs maar de door hem gebruikte termen te definiëren. Hij stelde dat we eerst moeten weten wat moed en recht, wetgeving en bestuur eigenlijk zijn, voordat we dappere of goede burgers dan wel rechtvaardige of goede heersers kunnen zijn. Dit was natuurlijk allemaal prachtig, maar vervolgens weigerde hij wel om definities te verschaffen. Hij zei dat alle zonde voortkwam uit onwetendheid, maar trof niet de noodzakelijke maatregelen om de Mens van zijn onwetendheid te ontdoen.

Socrates’ leerling, Plato (Grieks filosoof, 427? –347 v.Chr.) hing de theorieën van zijn leermeester aan, maar zei er steeds nadrukkelijk bij dat deze definities alleen door pure rede konden worden bepaald. Dit betekende dat men zich uit het leven moest terugtrekken in een soort ivoren toren om het allemaal zelf uit te werken – dus niet zo bruikbaar voor de gewone man.

Aristoteles (Grieks filosoof, 384–322 v.Chr.) raakte eveneens bij het onderwerp ethiek betrokken. Hij verklaarde onethisch gedrag door te stellen dat de rationaliteit van de Mens door zijn verlangens werd overheerst.

Deze aaneenschakeling van filosofieën ging eeuwenlang zo door. De ene na de andere filosoof probeerde duidelijkheid te scheppen in de begrippen ethiek en recht.

Helaas is er tot nu toe geen bruikbaar antwoord gevonden, zoals wel blijkt uit het afnemende ethische niveau van de samenleving.

Je ziet dus dat het bepaald geen kleine doorbraak is, die er op dit vlak is gemaakt. We hebben de termen gedefinieerd, iets dat Socrates verzuimde. Bovendien beschikken we over een bruikbare technologie die iedereen als hulpmiddel kan gebruiken om zichzelf uit de modder te trekken. De natuurwetten die aan dit onderwerp ten grondslag liggen, zijn ontdekt en worden aan iedereen voor gebruik ter beschikking gesteld.

Ethiek

Ethiek is zo eigen aan de individuele mens, dat hij, wanneer hij een keer ontspoort, toch altijd zal proberen om zijn eigen gebrek aan ethiek te boven te komen.

Zodra hij een blinde vlek ontwikkelt op het gebied van ethiek, is hij zich daar meteen van bewust. Op dat moment probeert hij zichzelf weer ethisch te maken, en in de mate dat hij zich beter een voorstelling kan maken van het voortbestaan op de lange termijn, heeft hij – ook al beschikt hij niet over de echte technologie van Ethiek – mogelijk een kans van slagen.

Het is het automatische karakter van het reactieve verstand dat door de onethische situatie wordt geactiveerd en als de persoon geen technologie heeft met welke hij het op een analytische (rationele) manier kan oplossen, wordt zijn oplossing om te geloven of voor te wenden dat hem iets aangedaan was wat zijn onethische actie rechtvaardigde en dat is het punt waarop hij naar beneden gaat.

Wanneer hij eenmaal aan het afglijden is, dan heeft hij zonder de basistechnologie van Ethiek geen mogelijkheid om weer omhoog te klauteren – hij doet zichzelf opzettelijk en zonder omhaal de das om. En ook al heeft hij te maken met allerlei verwikkelingen in zijn leven en zijn er andere mensen in het spel die hem de das omdoen, het begint allemaal met zijn gebrek aan kennis van de technologie van Ethiek.

Dit is in wezen een van de voornaamste hulpmiddelen die hij gebruikt om zichzelf er weer bovenop te helpen.

De fundamentele aard van de mens.

Hoe crimineel iemand ook is, hij zal op de een of andere manier proberen zichzelf toch weer ethisch te maken.

Dit verklaart waarom Hitler de wereld uitnodigde om Duitsland te vernietigen. Vóór september 1939, voordat hij de oorlog verklaarde, had hij de hele oorlog al gewonnen. De geallieerden. gaven hem alles wat hij wilde; hij beschikte over een van de beste inlichtingendiensten die ooit bestonden; hij had het bijna voor elkaar dat Duitsland haar koloniën terug zou krijgen en toch verklaarde de idioot de oorlog! Hij deed zichzelf en Duitsland regelrecht de das om. Zijn genialiteit voerde hem razendsnel in één richting en zijn ingeboren gevoel voor ethiek zorgde ervoor dat hij zichzelf razendsnel in de andere richting de das omdeed.

Iemand die geen enkele Ethiektechnologie tot zijn beschikking heeft, is natuurlijk niet in staat om bij zichzelf ethiek “in” te brengen en zichzelf te weerhouden van handelingen die tegen het voortbestaan in gaan. Hij zorgt er daarom voor dat hij zijn eigen ondergang tegemoet gaat. Hij zal niet opleven, tenzij hij de basistechnologie van Ethiek in handen krijgt en die op zichzelf en anderen toepast. Misschien zal hij het in het begin wat moeilijk te verteren vinden, maar als je aan malaria ligt dood te gaan, klaag je meestal ook niet over de smaak van kinine; je vindt het misschien niet lekker, maar je drinkt het natuurlijk wel op.

Justitie

Wanneer iemand er niet in slaagt zijn eigen ethiek “in” te krijgen, neemt de groep maatregelen tegen hem en dat noemen we rechtspleging.

Ik heb gemerkt dat rechtspleging niet aan de Mens kan worden toevertrouwd. De waarheid is dat je “bestraffing” niet echt aan de Mens kunt overlaten. Hij probeert hiermee niet werkelijk discipline te bereiken, maar brengt onrecht tot stand. Hij dramatiseert zijn eigen onvermogen zichzelf ethisch te maken, door te proberen anderen ertoe te brengen zichzelf ethisch te maken. Neem maar eens onder de loep wat in onze huidige samenleving, lachwekkend genoeg, doorgaat voor “recht”.

Vele overheden zijn zo gevoelig op het punt van hun goddelijk gelijk in juridische aangelegenheden, dat je nauwelijks je mond kunt opendoen of ze barsten los in tomeloos geweld. Op vele plaatsen is het al een ramp op zich om in handen van de politie te vallen, zelfs als je alleen maar aangifte komt doen, laat staan als je de verdachte bent. Daarom is in dergelijke gebieden de maatschappelijke onrust het grootst.

Wanneer de technologie van Ethiek niet bekend is, wordt rechtspleging een einddoel op zich. Dat degenereert alleen maar verder tot de een of andere vorm van sadisme. Omdat overheden niet begrijpen wat ethiek is, hebben ze “ethiekcommissies”, maar het wordt allemaal geformuleerd in termen die eigenlijk thuishoren onder rechtspleging. Ze handelen zelfs in strijd met de afleiding van het woord ethiek. Ze hebben het als het over rechtspleging gaat, steeds over ethiek. Ze hebben het dan bijvoorbeeld over commissies voor medische ethiek, ethiekcommissies voor de psychologie, parlementaire onderzoekscommissies, enz. Deze houden zich alle bezig met zaken op het gerechtelijke vlak, omdat ze niet echt weten wat ethiek is. Ze noemen het weliswaar ethiek, maar brengen gerechtelijke acties op gang, leggen mensen straffen op en maken het hun moeilijker om hun eigen ethiek “in” te krijgen.

Er behoort sprake te zijn van fatsoenlijke rechtspleging en dat heeft zijn eigen, duidelijke doel. Wanneer het aan gedisciplineerd gedrag ontbreekt, stort de hele groep in. We hebben herhaaldelijk kunnen zien dat het falen van een groep begon bij een gebrek of verlies aan discipline. Zonder discipline zullen de groep en haar leden ten onder gaan. Men moet echter begrip hebben van zowel ethiek als rechtspleging.

Men kan ethiek gerust aan de individuele mens overlaten en wanneer hij eenmaal heeft geleerd zichzelf weer ethisch te maken, is rechtspleging niet langer dat superbelangrijke onderwerp dat er nu van is gemaakt.

Doorbraak

De doorbraak met Scientology bestaat eruit dat wij inderdaad over de basistechnologie van ethiek beschikken. Voor het eerst kan de Mens leren zichzelf ethisch te maken, zodat hij weer uit de afgrond terug omhoog kan klauteren.

Dit is een gloednieuwe ontdekking. Vóór Scientology was deze nog nooit ook maar ergens aan het licht gekomen. Het markeert een keerpunt in de geschiedenis van de filosofie. De individuele mens kan kennis nemen van deze technologie en kan leren haar op zijn leven toe te passen; vervolgens kan hij zijn ethiek weer “in” krijgen, kan hij condities veranderen en weer op eigen kracht opwaarts de richting van voortbestaan inslaan.

Ik hoop dat je deze technologie zeer goed leert gebruiken; in het belang van jezelf, in het belang van de mensen om je heen en in het belang van de toekomst van deze beschaving in haar geheel.

de acties die een individu ten aanzien van zichzelf neemt om bepaald gedrag te corrigeren of een situatie waar hij mee te maken heeft, omdat een en ander in strijd is met de idealen en het belang van zijn groep. Het is iets persoonlijks. Wanneer iemand ethisch is of “zijn ethiek ‘in’ heeft”, is dat uit eigen beweging en wordt dat door hemzelf gedaan.

keuzevrijheid; vrijheid om een beslissing te kunnen nemen; het vermogen om zelf te bepalen wat men doet of gaat doen.

(582-500 v.Chr.) Grieks filosoof en wiskundige die een school stichtte in zuid-Italië waar de nadruk werd gelegd op de studie van muzikale harmonie en meetkunde en die werd beschouwd als eerste echte wiskundige.

(470?–399 v.Chr.) Grieks filosoof en leermeester, die geloofde dat goed gedrag op kennis was gebaseerd en dat slecht gedrag op onwetendheid is gebaseerd. Hij spoorde zijn Griekse collega's aan om na te denken over de belangrijkste dingen in het leven, het morele karakter van hun zielen en de zoektocht naar kennis over morele ideeën zoals rechtspraak.

(ca. 427–347 v.Chr.) Grieks filosoof en leermeester uit Athene. In 387 v.Chr. stichtte hij een filosofische school die bekendstond als de Academie wat later de eerstbekende universiteit in de geschiedenis werd.

(384–322 v.Chr.) Grieks filosoof, onderwijzer en wetenschapper. Zijn werk omvat alle takken van menselijke kennis die toen bestond, waaronder logica, ethiek, natuurwetenschappen en politiek.

bank, dat deel van het verstand dat op een stimulus-respons basis werkt (wanneer het een zekere impuls krijgt, geeft het automatisch een bepaalde respons); het staat niet onder de controle van de wil van de persoon en het oefent kracht en invloed uit op zijn bewustzijn, doelen, gedachten, lichaam en handelingen. Een bank is een opslagplaats voor informatie, zoals die bij de eerste computers, waarbij de gegevens ooit op een reeks kaarten, die een bank werden genoemd, werden opgeslagen.

Adolf Hitler (1889–1945), Duits politiek leider in de twintigste eeuw, die ervan droomde een superras te creëren dat gedurende duizend jaar als het Derde Duitse Rijk zou heersen. Na in 1933 met geweld als dictator in Duitsland de macht te hebben gegrepen, begon hij de Tweede Wereldoorlog (1939–1945), onderwierp hij een groot deel van Europa, en vermoordde hij miljoenen joden en anderen die hij als “minderwaardig” beschouwde. Hitler pleegde in 1945 zelfmoord toen Duitsland zo goed als verslagen was.

onaangenaam vinden; niet gemakkelijk feiten of ideeën accepteren.

een bitter smakend medicijn dat wordt gebruikt om bepaalde vormen van malaria (een infectieziekte die dodelijk kan zijn als deze niet wordt behandeld) te behandelen.

een verwijzing naar het goddelijk gelijk van de koningen, het geloof dat koningen en koninginnen een door God gegeven recht hadden om te heersen, dat ze niets verkeerd konden doen en alleen verantwoording aan God verschuldigd waren voor hun daden en niet aan de mensen waarover ze heersten. Figuurlijk gebruikt.

gedrag waarbij iemand plezier beleeft aan het mentaal of fysiek pijnigen van anderen.