DE TECHNOLOGIE VAN STUDEREN

VERKLARENDE WOORDENLIJST
BIJ DE CURSUS

academicus:

meer betrokken bij studie dan in praktische toepassing.

axioma's:

beschrijvingen van natuurwetten die vergelijkbaar zijn met de wetten van de natuurwetenschappen.

betekenis:

de ideeën of de theorie ergens over, in tegenstelling tot de massa.

confronteren:

onder ogen zien zonder een spier te vertrekken of te ontwijken. Daarom is confronteren in feite het vermogen om er op je gemak te zijn en waar te nemen.

demonstratiekit:

een kit bestaande uit verschillende kleine voorwerpen, zoals kurken, doppen, paperclips, pennendoppen, elastiekjes, enz. Een student gebruikt gewoon de kleine voorwerpjes om de verschillende onderdelen weer te geven van datgene wat hij bestudeert. De voorwerpen kunnen heen en weer worden bewogen om de mechanische aspecten en acties van een bepaald concept te tonen en zo de student te helpen het te begrijpen. Ook wel een “demokit” genoemd.

doendheid:

het uitvoeren van een bepaalde actie of activiteit.

formule:

een methode of procedure om iets te bereiken.

gegeven:

een gegeven is een stukje informatie – zoals een feit.

geschiktheid:

een natuurlijk bekwaamheid voor iets, zoals voor leren; gave; intelligentie.

gradiënt:

de geleidelijke benadering van iets, stap voor stap, niveau na niveau, waarbij het volbrengen van elke stap en het behalen van elk niveau op zichzelf vrij gemakkelijk is, zodat uiteindelijk erg moeilijke, gecompliceerde activiteiten betrekkelijk gemakkelijk kunnen worden volbracht. De term gradiënt is ook van toepassing op elk van de stappen die bij een dergelijke benadering worden genomen.

individualiseren:

jezelf afzonderen van iemand, een groep, enz., en jezelf terugtrekken van enige betrokkenheid ermee.

kleidemonstratie:

een model dat gemaakt wordt van klei, waarmee een student een actie, een definitie, een ding of een principe kan demonstreren. Ook wel “kleidemo” genoemd.

massa:

de werkelijke materiele voorwerpen/objecten, de dingen van het leven, in tegenstelling tot de betekenis ervan. Zie ook betekenis in deze Verklarende Woordenlijst.

menswetenschappen/geesteswetenschappen:

studierichtingen die zich bezig houden met menselijk denken en relaties, in tegenstelling tot de exacte wetenschappen, in het bijzonder literatuur, filosofie, geschiedenis, enz. (Oorspronkelijk verwees de term menswetenschappen/geesteswetenschappen naar onderwijs dat iemand in staat stelde om voor zichzelf vrij te denken en te oordelen, in tegenstelling tot een beperktere technische studie.)

misbegrepen woord:

een woord dat niet is begrepen, of verkeerd is begrepen.

opdreunen:

herhalen of imiteren, van wat iemand geleerd is, zonder er bij hoeven na te denken.

Scientology:

Scientology is een praktische religie die zich bezig houdt met de studie van kennis, welke door de toepassing van haar technologie wenselijke veranderingen in levensomstandigheden kan voortbrengen. Ze werd door L. Ron Hubbard gedurende dertig jaar ontwikkeld. De term Scientology komt van het Latijnse scio (weten in de meest volledige betekenis van het woord) en het Griekse woord logos (studie van). Scientology wordt verder gedefinieerd als “de studie en behandeling van het spirituele wezen in relatie tot zichzelf, universa en andere levensvormen”.

technologie:

de toepassingsmethoden van een kunst of wetenschap in tegenstelling tot louter de kennis van de wetenschap of kunst zelf. In Scientology, wordt met het woord technologie gedoeld op de toepassingsmethoden van de Scientology principes om de functie van het verstand te verbeteren en het potentieel van de geest te rehabiliteren, die door L. Ron Hubbard ontwikkeld werden.

uitgeput:

aan het eind van zijn krachten.

verrijkt:

iets (dat al eerder ontwikkeld werd) groter maken, zoals omvang, breedte of hoeveelheid.

verschijnselen:

dingen die gebeuren of waargenomen of gezien worden; individuele feiten, gebeurtenissen of veranderingen zoals waargenomen door de zintuigen of door het verstand.

wegzakken:

zich moe voelen, slaperig of wazig voelen alsof je onder de dope of drugs zit.

win:

het bereiken van een gewenste verbetering. Voorbeelden van wins zouden een persoon zijn die zijn vermogen tot communiceren heeft vergroot, die een vergroot gevoel van welzijn heeft of die meer zekerheid heeft verworven over een deel van zijn leven.

woordverhelderaar:

iemand die iemand anders helpt met het vinden en het ophelderen van verkeerd begrepen woorden.

woordverhelderen:

het definiëren, aan de hand van een woordenboek, van elk woord in het materiaal dat iemand bestudeert dat niet volledig is begrepen.

woordverheldering:

Woordverheldering wordt gedefinieerd als “het onderwerp en de actie van het wegnemen van onwetendheid, misbegrepen woorden en verkeerde definities van woorden, en van barrières om woorden te gebruiken”.

zombie:

een verdoofd, lusteloos, niet reagerend persoon die niet onafhankelijk kan denken. Letterlijk een dood lichaam dat tot leven is teruggekeerd, die echter geen eigen wil of spraakvermogen meer heeft